
Fictiedossier
Brianna van Steen
Mislukte reis
Er was eens een koninkrijk met een koning die koning had een dochter (Esmeralda) de koning had een zus (Miranda) en die zus had een dochter (Liesje). Op een dag werd het rijk aangevallen. Esmeralda kon samen met Miranda, Liesje, een dienstmeisje en een koetsier ontsnappen aan de oorlog. Ze gingen naar het buurland waar een knappe prins woonden. Ze waren van plan om Esmeralda met hem te laten trouwen. Ze namen alleen het hoognodige mee maar Miranda nam dat niet, zij nam allemaal flesjes parfum en make up en allemaal van dat soort dingen mee. Toen ze de koffers in de koets hadden gepropt bleek dat er niet genoeg plek was voor iedereen (dat komt door Miranda’s spullen). De koetsier en het dienstmeisje zaten voor op de koets en er was maar plek voor twee mensen in de koets. Miranda ging samen met haar dochter in de koets zitten en zei tegen Esmeralda dat zij achter de koets moest gaan hangen want Miranda vindt toch dat Liesje met de prins moet trouwen. Ze wist natuurlijk wel dat dat heel moeilijk was want Esmeralda was een hele knappe prinses. Miranda had toen maar besloten Esmeralda te mishandelen en dat deed ze. Onderweg hing Esmeralda de hele tijd buiten aan de koets. ze namen af en toe een pauze. en in de vierde pauze bedacht Miranda dat het tijd zou zijn om haar plan uit te voeren. Ze zei tegen Esmeralda: ga jij eens waterhalen uit de rivier zo’n 2 km terug en tegen het dienst meisje zei ze: loop jij maar met haar mee. Ze kan wel wat sjouw hulp gebruiken. Dus toen gingen Esmeralda en het dienstmeisje water halen. Esmeralda wist wel dat er nog genoeg water was maar stribbelde niet tegen. Toen ze bij het meertje waren gingen ze de twee emmers vullen. Het dienstmeisje stond naar haar te kijken en rijkte haar twee emmers aan en toen moest Esmeralda nog twee emmers vullen. En toen Esmeralda klaar was weigerde het dienst meisje te helpen met tillen (dat had ze afgesproken met Miranda). Maar om in je eentje vier emmers te tillen was wel erg moeilijk en zwaar voor zo’n lange tocht. Ondertussen bij de plek waar ze waren gestopt was Miranda al iets nieuws aan het bedenken om Esmeralda moe en lelijk te krijgen. Liesje zat zoals ze altijd zat. Ze zat te lezen in een spanend sprookje van de gebroeders Grimm. Miranda was even gaan slapen maar ze werd wakker van geritsel. Miranda wou gaan kijken wat het was maar het kwam al tevoorschijn het waren Esmeralda en het dienstmeisje. Esmeralda kwam aan lopen met vier volle emmers water. Esmeralda was uitgeput. Ze wou gaan zitten op de grond maar Miranda hielt haar tegen en zei dat ze het brood moest gaan halen dat deed ze dan maar. Toen ze het brood had gepakt gaf ze het brood aan Miranda die aan iedereen brood gaf behalve aan Esmeralda. Esmeralda mocht nu wel gaan zitten. Toen iedereen (behalve Esmeralda) klaar was met eten gingen ze weer op pad. De koetsier en het dienstmeisje gingen weer voorop de koets zitten en Miranda en Liesje gingen weer in de koets zitten dus moest Esmeralda weer achter de koets aanhangen. Ze hing daar achter de koets en keek naar boven ze zag donkere wolken. Esmeralda voorspelde dat het ging regenen en die voorspelling kwam uit. Esmeralda had het koud en ze wilde naar binnen in de koets. Esmeralda keek via de achteruit naar binnen ze zag Miranda en liesje met elkaar praten. Toen het weer opgehouden was met regenen stopte ze. Dat deden ze voor de paarden want de paarden waren best wel moe. De koetsier gaf de paarden allebei een emmer water en een zakje haver. Esmeralda kreeg daardoor nog meer honger. Miranda gaf Esmeralda een paar broodjes om op te eten. Esmeralda genoot er heel erg van. Toen Esmeralda haar brood op had gingen ze weer verder. dit keer met Esmeralda boven op het dak vastgemaakt met touwen zo kon ze en niet ontsnappen en kon ze moeilijk gaan slapen. Dat was ook de bedoeling van heel Miranda’s plan. In de koets zij Miranda tegen liesje dat ze plaats moest maken voor haar moeder en ging op de koffers zitten Miranda maakte het haar gemakkelijk en ging liggen slapen. Liesje mocht niet van de koffers af want dan kon ze Miranda wakker maken en dat wou ze niet. De nacht is voorbij zij het dienstmeisje die de koets binnen kwam. Dat weten we zij Miranda die wakker was geworden van het gehinnik van de paarden. Het dienstmeisje moest van Miranda een emmer koud water pakken en oven Esmeralda heen gooien zodat ook zij waker wordt. Het dienstmeisje deed wat haar opgedragen werd. Ze gooide de emmer koud water over Esmeralda heen. Esmeralda schrok wakker ze wou omhoog komen maar dat lukte niet door de touwen. Miranda gaf Esmeralda een mes een ging samen met liesje, het dienstmeisje en de koetsier ontbijten. Esmeralda probeerde met het mes zich los te krijgen. Dat lukte best goed. Eerst haar ene hand dan de anderen daarna haar voeten. Toen Esmeralda helemaal los was ging ze mee ontbijten. Dit keer mocht ze WEL mee eten. Toen ze gegeten hadden gingen ze weer verder. Miranda bedacht dat ze nog maar een paar dagen had om haar plan pas echt goed uit te voeren. Miranda bedacht een plan. Een plan die ze nooit zou vergeten. Liesje had net haar sprookje uit en vroeg aan haar moeder of ze wat mocht eten. (je denkt nu natuurlijk waarom leest ze niet nog een sprookje nou dat zal ik jullie vertellen haar hobby’s zijn namelijk lezen en eten) dat mocht niet van Miranda. want Miranda zei: je moet afvallen voor dat je met de prins kan gaan trouwen. Liesje vond dat niet heel leuk maar stemde er wel mee in. Ze moest wel. Ze stopte weer omdat de paarden honger en dorst hadden en omdat Miranda en liesje hun benen moesten strekken. Dat gold vooral voor Liesje. Esmeralda kon profiteren van de pauze en liet zich los. Ze kwam bij Miranda zitten. Miranda begon met haar net bedachte plan. ze pakte een mes en sneed de oren van Esmeralda af. Miranda had bedacht dat als ze geen oren meer heeft ze de prins niet meer kon horen. Esmeralda werd daarna door het dienstmeisje verzorgt en ze mocht voor een keer in de koets zitten dat betekent dat er iemand anders achter de koets moest gaan hangen. Die keuze was volgens Miranda al snel gemaakt. Want inderdaad Liesje moest achter de koets gaan hangen. De dag ging weer voorbij. Esmeralda had nu minder last van haar oren maar kon noch horen. Dat is een mooie rijm zin zei Miranda tegen liesje. Ze zaten in een kring rond het vuur waar Esmeralda het eten aan het klaar maken was. Na het eten gingen ze slapen Esmeralda buiten met een deken en een kussen. Miranda en Liesje in de koets. De koetsier en het dienstmeisje buiten onder dekens voorop de koets. De zon kwam langzaam op. Miranda was net wakker geworden en pakte haar mes en sloop naar buiten. Buiten liep Miranda op Esmeralda af. Miranda deed de mond van Esmeralda open en sneed de tong af. Toen ze dat gedaan had liep ze weer terug naar de koets en deed alsof ze sliep tot het dienstmeisje haar wakker maakte. Ze reden na het ontbijt weer weg. Pas toen ze eenmaal onderweg waren wou Esmeralda (die weer achter de koets aan hangt) iets gaan zeggen en merkte dat ze dat niet kon. Ze keek naar haar tong maar zag dat ze geen tong meer had. Ze begreep meteen wie dat gedaan had. Want Miranda heeft ook haar oren af gesneden en nu dus ook haar tong. Waarschijnlijk omdat ze dan de prins niet meer kan horen en de prins haar stem niet meer kan horen. Ze vroeg zich af wat ze nog meer te verduren kreeg. Het antwoord volgde al snel. De paarden waren dood moe en moesten rusten en eten en drinken maar het eten en drinken voor de paarden waren op. Esmeralda moest de koets trekken onder leiding van een heleboel zweepslagen. Ze kon niet rennen in haar prachtige jurk. Dus moest ze de kleren van het dienstmeisje aan. Het dienstmeisje kreeg de kleren van Liesje en Liesje kreeg de kleren van Esmeralda. Bij de eerste stop kreeg Esmeralda geen eten want iedereen beschouwd haar nu als paard. Esmeralda mocht wel wat water uit de beek halen (die naast het kamp lag). Dat deed ze dan maar. Ze kwam terug en zag een briefje liggen met daarop geschreven: wij zitten in de koets en wachten op jouw trek ons nou maar want we zijn er bijna en we willen er morgen zijn dus we rijden de hele nacht door en wij wisselen elkaar af met het zweepslagen geven als je te langzaam bent. En terwijl ze dit las kreeg ze al een zweepslag. eenmaal toen ze aangekomen waren zagen ze de prins. Miranda vroeg aan de prins of hij met Liesje wou trouwen. De prins zei: nee dat wil ik niet want ze is me te stil en te dik en met het haar (haar betekent Esmeralda in dit geval) wil ik ook niet trouwen. Maar omdat ik zo’n goeie gast heer ben wil ik jullie wel een onderkomen bieden. dat is dan geregeld zei de prins. Ze kregen een rondleiding door het kasteel. Na dat ze de rondleiding hadden gehad werden ze naar hun kamers gebracht. Daar hing voor iedereen een jurk. Voor Esmeralda hing er een mooie witte jurk met rozen versierd. Voor Miranda hing er een gouden jurk versierd met strikken en een haarband. En de laatste jurk was voor liesje haar jurk was roze en versierd met glitters. Ze vonden de jurken op hun kamers. Esmeralda zag haar mooie jurk en wou hem meteen aandoen maar bedacht dat ze heel vies was. Ze ging dus eerst maar even douchen en een klein dutje te doen. Toen ze wakker werd kleedde ze zich om in haar mooie jurk ze deed haar haar in een watervalvlecht en zette haar kroontje op ze keek in de spiegel en zag zichzelf zo mooi als ze nog nooit geweest was. Miranda en Liesje waren heel snel omgekleed en liepen naar beneden. Ze werden opgewacht door de prins en werden begeleid naar de eetkamer. Esmeralda kwam een half uur later naar beneden en werd door de butler naar de eetkamer begeleid. Ze zaten daar te eten toen de prins iets ging zegen. Hij zei het hele verhaal dat Esmeralda had meegemaakt maar dan met andere personen. de prins vroeg na het verhaal aan Miranda of zij een straf kon bedenken voor diegene die dat meisje mishandelt had. Miranda dacht na en zei toen tegen de prins dat mens mag de rest van der leven de schoenen poetsen in het kasteel. de prins zei toen tegen Miranda veel succes met de rest van je leven schoenen poetsen. Toen hij dat gezegd had keek hij naar Liesje en Esmeralda. Toen pas zag hij Esmeralda in haar prachtige jurk zitten en wist meteen met haar ga ik trouwen en de prins vroeg Esmeralda ten huwelijk. Esmeralda zei natuurlijk ja. En ze leefde nog lang en gelukkig.
EINDE